Benodigdheden (voor 4 personen):
- 300-400 gram verse vongole en mosselen (en als je die kunt krijgen: andere zeevruchten zoals scheermesjes en lupini)
- een of twee teentjes knoflook
- een handje zeer rijpe tomaatjes (hoeveel gaat om smaak en de soort tomaten; denk erom dat een paar tomaten de smaak van de zeevruchten versterkt terwijl teveel tomaten de smaak zal overheersen)
- 400 gram linguine of spaghetti
- krulpeterselie, fijngesneden
- bakpapier
Verwarm oven voor op 200 graden.
Zet ruim water voor de pasta op. Maak de mosselen schoon onder stromend water, en plaats ze zonder vocht in een kookpan met deksel. Zet op het vuur tot de mosselen opengaan. Giet de mosselen inclusief vrijgekomen kookvocht in een apart bord, gooi de lege helften weg en leg de helften met mosselvlees in een ander bord. Bewaar het kookvocht. Maak nu de vongole schoon van zand door ze hard in de wasbak te gooien. Spoel om met water. Plaats in dezelfde kookpan met deksel zonder vocht, zet op het vuur tot ze opengaan, en giet ze met het kookvocht in het lege bord. Gooi opnieuw de helften zonder vlees weg en plaats de gevulde helften bij de mosselen. Bewaar het kookvocht, want dit ga je gebruiken om de pasta smaak te geven. Snijd de tomaatjes in kwarten.
Pel de knoflook en sla plat. Verhit een flinke laag olijfolie in een grote koekenpan of wok en voeg de knoflook toe. Bak tot zij geurt en verwijder. Voeg nu de tomaten toe en laat samen met de olie op middelhoog vuur versmelten tot een saus. Als de saus droog lijkt te worden voeg je wat mosselvocht toe.
Knip vier flinke stukken bakpapier. Plaats een-vierde van de pasta in ieder stuk bakpapier en vouw dicht. Leg de pakketjes op een bakblik en zet in de voorverwarmde oven voor 5 minuten.